Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Het Huis Vilsteren in Vilsteren

betekenis & definitie

Het Huis Vilsteren (Vilsterenseweg 16) is een monumentaal neorenaissance-landhuis met ingangsportiek, dat wordt geflankeerd door van klokgevels voorziene risalieten de rechter met balkon, de linker met erker waarachter een traptoren oprijst met wijzerplaten. Links daarvan staat een aangebouwde dienstwoning.

Het geheel werd in 1908 gebouwd naar plannen van Ed. Cuypers in opdracht van G.F.M.

Pathuis Cremers en zijn vrouw H. Vos de Wael.

Het is gebouwd op de plaats van het uit 1690 stammende spieker van Gabriël van Velthuysen. In 1758 kwam dit aan Alexander van Grootveld, wiens zoon Willem Hendrik, aan wie het in 1775 vererfde, het grootste deel van de marke Vilsteren in zijn bezit kreeg.

In 1790 vererfde het op Johanna Maria van Grootveld, die getrouwd was met mr. Michaël Helmich uit Zwolle.

Onder diens leiding groeide het geheel uit tot een landgoed. In 1803 liet hij ook het toenmalige huis verbouwen.Van het interieur uit 1908 is met name de eetkamer gaaf bewaard, waaronder het parket, de schouw, de eiken lambrisering en de eiken koof tussen wand en plafond. Het stucplafond met strakke, sobere decoraties en vlakken met gestileerde rozen is opmerkelijk. Verder zijn in het pand onder andere het trapportaal met gebrandschilderde ramen, diverse strakke marmeren schouwen, tegelvloeren en de keuken en servieskeuken met aanrecht en servieskasten uit de bouwtijd vermeldenswaard. De stallen hebben hun originele inrichting met boxen, houten plafond en betegelde wanden.

In 1813-'18 werd het park aangelegd naar plannen van tuinarchitect G.A. Blum. Kort na 1835 werd dit park ten noorden van de straatweg Zwolle-Ommen uitgebreid met een ‘ferme ornée’, met daarin een in 1840 in hout uitgevoerde en tussen 1850 en 1860 in steen herbouwde witte koepel (Vilsterenseweg ong.) en een Schneckenberg. Ten noorden daarvan staat een sierkluis met schijngraf uit omstreeks 1840, die in de jaren tachtig is hersteld nadat hij in 1971 was ingestort. De opdrachtgever van deze parkuitbreiding, P.F. Helmich, die in 1819 was gehuwd met A.M.E.

Akerma, stimuleerde de houtexploitatie op het landgoed en investeerde in bouw en nieuwbouw van de boerderijen. In 1884 kwam het landgoed in bezit van mevrouw J.M. Helmich die trouwde met W.C.J.J. Cremers. Hun zoon G. Cremers, aan wie het landgoed in 1906 vererfde, en diens vrouw H.

Vos de Wael lieten in 1907 het huidige huis bouwen. Ook de dienstwoning annex koetshuis en rentmeesterswoning Klein-Spijker (Vilsterenseweg 17-18) werd in 1907 door Ed. Cuypers ontworpen, evenals het hek met vier bakstenen hekpijlers en de twee betonnen bruggetjes met simpele jugendstil-motieven. In dezelfde tijd werden de tuinen aan de zuidwestzijde vergroot en uitgebreid met een pinetum. In 1973 werd het geheel ondergebracht in Landgoed Vilsteren BV.