In de eerste helft van de 16de eeuw werd op een zelfde wijze verder gebouwd aan woonhuizen met een laat-middeleeuwse structuur en laat-middeleeuws uiterlijk. Pas in het midden van de 16de eeuw veranderde dit uiterlijk, terwijl de structuur nog een flinke tijd hetzelfde blijft.
Het eerste voorbeeld met vroege renaissancevormen is het huis De Wezel (Assenstraat 10), een door horizontale lijsten gelede schoudergevel met accoladebogen boven de vensters op de verdieping en vier in Baumberger steen uitgevoerde portretkoppen in medaillons. Het later in Lodewijk XVI-stijl verbouwde pand werd in 1958 en 1982 gerestaureerd.
Het mooiste voorbeeld van vroege renaissance, De Schuur aan het Grote Kerkhof, werd in 1588 gebouwd, maar helaas in 1862 gesloopt. Een jaar eerder werd De Twaalf Apostelen aan de Brink gesloopt, maar hiervan resteert nog het achterhuis bekend als de Muntentoren (Muntenplaats 1-2).
Dit aan een kleine binnenplaats gelegen complex met vleugel met een achtkantig traptorentje uit het einde van de 16de eeuw behoorde tot het huis van de lakenverver Peter Scholier, die in 1591 het recht kreeg tot het maken van een achteruitgang. Aan het eind van de 17de eeuw was hier de werkplaats van muntmeester Peter Sluysken gevestigd.
In 1914-'15 is het naar plannen van A. Mulder gerestaureerd en na oorlogsschade opnieuw in 1951-'52.
Het is nu in gebruik als Nieuw Apostolische Kerk. Het zonder twijfel meest imposante voorbeeld van een 16de-eeuws huis in vroege maniëristische vormen is De Drie Haringen (Brink 55).
Het aan drie zijden vrij gelegen rijke woonhuis heeft een insteek die via een zijkamer doorloopt tot de voorgevel; daarboven bevinden zich twee verdiepingen en een kap met aan beide zijden een pronkgevel.
Het huis werd in 1575 gebouwd door Herbert Dapper, een ‘Bergenvaarder’ die op Schonen (Skane) voer, waar hij zijn haring vandaan haalde.
Het ontwerp van de gevels met de vlakke pilasters en het band- en rolwerk werd ontleend aan de prentwerken van Hans Vredeman de Vries. Alleen de onderpui van het verder nog originele pand werd in het begin van de 19de eeuw veranderd.
Een laat-16de-eeuws huis met lage verdieping en schoudergevel is Brink 80. Inwendig heeft het achterhuis boven de insteek een plafond met balken en vlakken voorzien van een maniëristische beschildering uit omstreeks 1590.