Gepubliceerd op 02-01-2020

Watermolens in Heerlen

betekenis & definitie

Watermolens. Aan de Caumerbeek ligt de Oliemolen (Oliemolenstraat 32).

Deze oorspronkelijk in 1502 als oliemolen gebouwde bovenslagmolen werd in 1828 tevens ingericht als korenmolen en is sinds 1905 alleen als zodanig in gebruik. Het waterrad bevindt zich aan de gesloten binnenplaats van het gebouwencomplex.

Het molenhuis is uitgevoerd in vakwerk op een onderbouw van mergel. Het woonhuis werd in 1929 gebouwd op de plaats van een afgebrande schuur.

De molen is in 1977-'79 gerestaureerd en in 1989-'99 hersteld. De aan de Geleenbeek gelegen Weltermolen of ‘Molen van Welten’ (Welterkerkstraat 2) is een middenslagmolen ingericht als korenmolen.

Tegen het wit gepleisterde eenlaags molengebouw met mansardedak staat een vierkante bakstenen toren met mergelstenen hoekblokken en een tentdak met windwijzer. Waarschijnlijk ouder is de in Kunradersteen uitgevoerde torenvoet.

Deze in 1381 voor het eerst genoemde watermolen is in de 18de eeuw herbouwd en in 1980-'82 gerestaureerd. De in 1562 al genoemde Schandelermolen (Schandelermolenweg 16) bestaat in de huidige vorm uit een grotendeels 18de-eeuwse gepleisterde tweelaags hoofdvleugel en een lagere gepleisterde 17de-eeuwse voorbouw met een eindgevel in vakwerk en houten tussendorpelkozijnen.

Het molenwerk aan de zijde van de Caumerbeek is verdwenen.

Aan een nu dichtgeslibde molentak van de Caumerbeek ligt de voorm.

Caumermolen (Caumermolenweg 12), waarvan het L-vormig molenhuis met hardstenen segmentboogvensters grotendeels dateert van 1787. De Eyckendermolen (Eikendermolenweg 4) is een 19de-eeuws bakstenen gebouw met op de verdieping vakwerk met baksteenvullingen.

Het molenwerk bevond zich in een lage uitbouw. De molen behoorde bij het in 1381 genoemde kasteel Eyckholt (Terworm 4), dat na de gedeeltelijke afbraak rond 1760 niet meer is dan een ruïne op de noordhelling van de Geleenbeek.