Gepubliceerd op 10-10-2017

De R.K. St.-Martinuskerk in Gronsveld

betekenis & definitie

De R.K. St.-Martinuskerk (Kerkplein 6) is een eenbeukige kruiskerk met driezijdig gesloten koor en een terzijde staande toren van drie geledingen met ingesnoerde spits. Kort na de eerste vermelding van de kerk in 1281 verrees de mergelstenen toren, die in de 15de of 16de eeuw werd verhoogd. In de toren hangt een door Causard en zoon gegoten klok (1869). Het is opmerkelijk dat het laat-gotische mergelstenen koor in de 16de eeuw tegen de zuidzijde van de toren werd gebouwd. In 1579 werd de kerk in brand gestoken. Met behoud van toren en koor - waarvan het gewelf in 1657 was ingestort - volgde in 1690-'99 de herbouw in classicistische vormen met een geleding van (niet zuivere) dorische pilasters van mergelsteen. Een verhoging van het koor kwam in 1705-'11 tot stand en in 1787-'89 werd in de zuidoosthoek een sacristie toegevoegd. De kerk is gerestaureerd rond 1895, (na oorlogsschade) in 1947-'48 onder leiding van A.J.N. Boosten en opnieuw in 1982. Het interieur is voorzien van stucgewelven (vernieuwd 1947-'48) en een wandgeleding met ionische pilasters. Met de inventaris heeft het geheel een barokke uitstraling. Tot de inventaris behoren een communiebank (circa 1700) en een hoofdaltaar, zijaltaren, preekstoel en koorlambrizering in Lodewijk XIV-vormen (circa 1710). De schildering van de Kroning van Maria in het hoofdaltaar is van Engelbert Fisen (1710) en toont het alliantiewapen van Jan Frans van Bronckhorst en Maria-Anna van Törring-Jettenbach. Zij schonken ook het in 1712 door Philip le Picard gebouwde orgel. De kruiswegstaties zijn vervaardigd door F. Stuflesser (1922). Onder het moderne altaar ligt de zwartmarmeren grafzerk voor Willem van Bronckhorst († 1563) en zijn vrouw Agnes van Bylant († 1615).

Het kerkhof is voorzien van een toegang met twee 18de-eeuwse hekpijlers en bevat diverse oude grafkruisen (1554-1718) en een grafsteen voor G.A. Hubertus († 1884). Zowel de pastorie (Kerkplein 4) als de kapelanie (Kerkplein 2) zijn gebouwd rond 1890 en vertonen neorenaissance-details. Het H. Hartbeeld dateert van 1921.