Monumenten in Nederland: Gelderland

Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert en Marc Tenten (2000)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Overige buitenplaatsen in Arnhem

betekenis & definitie

De reeds genoemde grote buitenplaatsen vormen samen met enkele kleinere of door gedeeltelijke bebouwing ingekrompen buitenplaatsen de groene ‘longen’ tussen de verschillende uitbreidingen van Arnhem. Deze situatie is uniek voor Nederland.

Van de belangrijkste karakteristieken van deze kleinere buitenplaatsen volgt hieronder een overzicht.In het noordwesten ligt de buitenplaats De Menthenberg. Het landhuis (Menthenbergseweg 15) dateert uit het derde kwart van de 18de eeuw. Het interieur bevat diverse 18de-eeuwse elementen, waaronder van elders afkomstige beschilderde behangsels en een 17de-eeuwse schouw met hermen. Aan het voorplein staat een koetshuis. De bescheiden tuinaanleg heeft 18de-eeuwse elementen. Van het vlakbij gelegen ontginningslandgoed Warnsborn (Bakenbergseweg) is het landhuis in de Tweede Wereldoorlog verwoest en daarna vervangen door een hotel (Groot Warnsborn) in traditionalistische vormen.

Behouden bleven de omstreeks 1850 gebouwde neogotische, wit gepleisterde kapel, het koetshuis en de oranjerie uit de tweede helft van de 19de eeuw. Op het landgoed staan verschillende boerderijen. De toegangen tot het landgoed worden geflankeerd door 19de-eeuwse gietijzeren hekposten. Bij de Amsterdamseweg staat een dienstwoning (Amsterdamseweg 232) uit 1873. Aan de overzijde ligt de buitenplaats Lichtenbeek (Amsterdamseweg 459-461), waarvan het landhuis na een brand is gesloopt maar de parkaanleg nog aanwezig is. De toegang wordt geflankeerd door natuurstenen siervazen in Lodewijk XV-vormen.

Behouden zijn wel het koetshuis (gerestaureerd 1981-'85) en het boswachtershuis. Deze wit gepleisterde panden in eclectische vormen dateren uit circa 1880. Van het dichter bij de binnenstad gelegen voorm. buiten Beaulieu resteren het landhuis (Mr. D. van Ruijvenpad 2-44) en het koetshuis (Frombergdwarsstraat 27-35); beide zijn verbouwd tot wooneenheden. De Haagse rentenier J.J. van Braam liet het neoclassicistische huis in 1851 bouwen naar ontwerp van H.W. Fromberg.

Twaalf van de achttien zuilen van de grote zuilenportieken zijn afkomstig van de in 1846 afgebroken colonnades van het huis De Voorst te Eefde. Bij de verbouwing tot wooneenheden is de attiek gebruikt als basis voor een derde bouwlaag.

Aan de noordoostzijde van de stad ligt het voorm. landgoed Klarenbeek (Bosweg ong.), waarvan het huis in 1945 is verwoest. De naam dateert uit 1635, toen Rutger Huygens de bezittingen Monnikhuizerbeek en Monnikhuizen ter plaatse van het in 1342 gestichte en kort na 1600 gesloopte klooster Monnikhuizen samenvoegde. De landschappelijke aanleg kwam rond 1840 tot stand in opdracht van Jan van Pallandt van Walfort. Het noordelijke deel van Klarenbeek is in 1886 door de gemeente aangekocht en is sindsdien openbaar park; de rest is nu bebouwd met woningen. Op het hoogste deel van het oplopende terrein bevinden zich uitzichtpunten bij restaurant De Stenen Tafel (zie watertoren) en de zogeheten Van Heemstrabank. Ten oosten van Klarenbeek ligt de 18de-eeuwse buitenplaats Angerenstein, die sinds 1921 toegankelijk is als openbaar park.

Het geaccidenteerde terrein is in de 19de eeuw en in 1921 in landschapsstijl ingericht en heeft diverse watertrappen en waterpartijen. Het oude landhuis is rond 1915 verbouwd en vergroot. Rechts daarvan bevindt zich een iets ouder koetshuis. In een naastgelegen landschapspark ligt het landhuis Rennenenk (Velperweg 139). Het oudste deel van dit gebouw met lagere zijvleugels is een mogelijk 17de-eeuwse kelder onder het westelijke deel. De overige delen dateren van verbouwingen in het midden van de 18de eeuw, rond 1800 en tenslotte in 1849, toen het zijn neoclassicistische uiterlijk kreeg.

Achter het huis staat het gebouwencomplex van de R.K. inrichting ‘Insula Dei’, oorspronkelijk gevestigd aan het Walburgisplein maar na verwoesting in de Tweede Wereldoorlog verplaatst. De kapel uit 1953 is ontworpen door J. van Dongen.