Monumenten in Nederland: Gelderland

Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert en Marc Tenten (2000)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Het Valkhof in Nijmegen

betekenis & definitie

Het Valkhof in Nijmegen is in de Karolingische tijd ontstaan als palts voor de Duitse keizers. Het hoog gelegen ‘palacium’ wordt voor het eerst in 777 vermeld.

Het werd in 881 door de Noormannen in brand gestoken. Bij een opstand van de hertog van (Opper)Lotharingen en de graaf van Vlaanderen tegen de Duitse keizer ging het complex in 1047 opnieuw in vlammen op.

De rond 1155 door keizer Frederik Barbarossa begonnen vernieuwing en uitbreiding van de burcht werd vermoedelijk eind 12de eeuw voltooid onder keizer Hendrik VI. Het complex, met centraal een machtige donjon, onderging in de loop van de tijd diverse verbouwingen.Beschietingen door de Fransen in 1794 luidden het eind in van de toen al lange tijd bouwvallige burcht. Na omvangrijke sloopactiviteiten in 1796-'97 bleven slechts enkele delen behouden. Het best bewaard is de St.-Nicolaaskapel, die volgens een gangbare visie omstreeks 1030 is gebouwd in opdracht van keizer Koenraad II, maar volgens een andere opvatting kort na 1047 door keizer Hendrik III zou zijn gebouwd ter ere van zijn overwinning op de opstandige Lotharingse heren. De kapel is een centraalbouw met een achtzijdige kern en een iets lagere zestienzijdige omgang met westportaal. De gevels van het oorspronkelijk in tufsteen opgetrokken gebouw zijn voorzien van rondboognissen met imposten. De in twee bouwlagen uitgevoerde omgang is naar de middenruimte geopend met rondboogarcaden, waarbij die van de verdieping met deelzuiltjes en teerlingkapitelen zijn uitgevoerd.

Rond 1400 zijn de gevels van de omgang aan de zuid- en oostzijde in baksteen vernieuwd. Bovendien is toen het middengedeelte verhoogd en heeft men de omgang bij beide bouwlagen voorzien van graatgewelven; bij de begane grond zijn deze later deels vervangen door kruisribgewelven. Het gebouw heeft later nog diverse herstellingen ondergaan. De kapel is gerestaureerd in 1904-'06, naar plannen van J.J. Weve, en in 1953-'58, onder leiding van J.G. Deur.

Bij de laatste restauratie is de laat-gotische, driezijdig gesloten altaarnis aan de oostzijde gereconstrueerd. De zogeheten Barbarossa-ruïne is een als schilderachtige ruïne geconserveerde, in tufsteen opgetrokken romaanse apsis met aansluitend muurwerk. Het exterieur heeft in de benedenzone spaarvelden met gekoppelde rondbogen, gescheiden door lisenen met rondvensters; de bovenzone wordt geleed door rondboogvensters en kolonetten, en afgesloten door een rondboogfries. Aan de binnenzijde zijn de gewelfaanzetten van een crypte zichtbaar. De apsis en de aansluitende travee sloten oorspronkelijk haaks aan op de zaalvleugel van de burcht. Over de bouwtijd en functie van het bouwwerk verschillen de meningen.

Gewoonlijk wordt het aangemerkt als de bij de herbouw van de burcht (na 1155) opgetrokken St.-Maartenskapel. Een andere visie stelt, dat het gaat om een bij de grote zaal van de burcht behorende troonapsis, waarbij de onderliggende crypte diende als schatkamer. De onderbouw zou oorspronkelijk zijn opgetrokken in het tweede kwart van de 11de eeuw (er is sprake van een verwoesting in 1047). Bij de herbouw in de tweede helft van de 12de eeuw kreeg de onderbouw een omklamping en werd de bovenliggende vensterzone herbouwd. De ruïne is geconserveerd door de stadsarchitecten P.J. van der Kemp (1864) en J.J. Weve (1902-'10).

De in de Tweede Wereldoorlog opgelopen schade is in 1949-'54 hersteld onder leiding van J.G. Deur.

In het terrein bevinden zich nog diverse funderingen van de burcht. Aan de noordzijde van het plateau zijn als keermuren behouden restanten van de ommuring van het Valkhof zichtbaar, voor het grootste deel in baksteen. Bij de noordwesthoek is als oudste restant een deel van een 12de-eeuwse tufstenen muurtoren zichtbaar. Verder is er een betonnen kazemat, die in 1938-'39 op het oude muurwerk is gebouwd ter dekking van de Waalbrug. Aan de zuidoostzijde van het Valkhof bevinden zich ook delen van de ommuring en lager, bij de Voerweg, een stuk stadsmuur. Het Valkhofpark is in 1797 aangelegd naar plannen van J.D.

Zocher sr., maar ingrijpend gewijzigd in 1832-'33 naar ontwerp van H. van Lunteren en in 1886 naar plannen van P.L. Rosseels. Over de Voerweg geeft een in 1885-'86 naar plannen van J.J. Weve gebouwde voetgangersbrug vanaf het Kelfkensbos toegang tot het Valkhof. De tussen bakstenen landhoofden met doorgangen aangebrachte ijzeren boogbrug is hersteld na een aanrijding door een vrachtwagen in 1977. De brug heeft een door J.

Meyer Rietjes vervaardigd smeedijzeren hek, opgericht ter ere van de commissie voor de stadsuitleg, bestaande uit H.L. Terwindt, W. Francken en J.H. Graadt van Roggen.