Gepubliceerd op 02-01-2020

Het stadhuis in Franeker

betekenis & definitie

Het stadhuis (Raadhuisstraat 1) bestaat uit een voorbouw uit 1591 aan de Raadhuisstraat en een achtervleugel uit 1760 langs de Noord. Het huidige gebouw kwam tot stand ter plaatse van een uit enkele panden bestaand middeleeuws stadhuiscomplex.

In het nieuwe stadhuis kreeg ook het bestuur van het waterschap ‘De Vijf Delen’ onderdak. In 1886-'90 is met name het exterieur van het stadhuis ingrijpend gerestaureerd naar plannen van P.J.H.

Cuypers. In 1950 volgde het interieur.

De laatste restauratie heeft in 1979-'81 plaatsgevonden.De met trapgevels en een hoge achtzijdige toren uitgevoerde voorbouw is opgetrokken in rijke maniëristische stijl, mogelijk naar ontwerp van stadsbouwmeester Pieter Augustinusz. Ens. Belangrijke Friese kunstenaars, zoals Gerrit Lieuwes en Claes Jelles, hebben meegewerkt aan de verfraaiing van dit deel van het stadhuis. Natuurstenen friezen en blokken sieren de gevels. De houten kruiskozijnen zijn gevat in korfboognissen met een ojiefvormige geprofileerde omlijsting. Een dubbele bordestrap leidt naar de ingang met gebeeldhouwde ingangsomlijsting, geflankeerd door een vrouwelijke en mannelijk herme met ionisch kapiteel.

De geveltop aan de voorzijde bevat een gevelsteen, decoratieve jaartalankers en een beeld van Vrouwe Justitia. De noordgevel heeft een houten afkondigingserker op gebeeldhouwde consoles. De langgerekte achtervleugel in sobere Lodewijk XV-stijl is opgetrokken naar ontwerp van H. Zijlstra. Dit bouwdeel heeft geblokte hoekpilasters en een kroonlijst met gesneden rococo-consoles.

Het interieur van het oude gedeelte is in tegenstelling tot het exterieur sober van karakter. De hal waar vroeger recht gesproken werd heeft een zwaar balkenplafond met voluutvormige sleutelstukken. Hier staat een door Gerardus Paulusz. gegoten klok (1600). In de Nye Raetkamer bevindt zich een door Claes Jelles in maniëristische stijl uitgevoerde zandstenen schoorsteenmantel. Op de verdieping hebben de Grietenijkamer en Vijf Delen-kamer maniëristische schoorsteenmantels met een houten lijst op zandstenen hermen. Belangrijk zijn verder de eiken spiltrap, het cachot op zolder en de kapconstructie uit 1591.

De vleugel uit 1760 heeft een rijk interieur uit de bouwtijd. De Grote Zaal en de Magistraats- of Vroedschapszaal (verdieping) hebben fraaie goudleerbehangsels en de Burgemeesterskamer een door H. Rosenberg geschilderde wandbespanning. De plafonds en wanden van de gangen en het trappenhuis zijn voorzien van stucdecoraties in rococo-stijl, gemaakt door Jan Baptist Singer. Van de eikenhouten bordestrap, uitgevoerd in Lodewijk XV-stijl, eindigt de leuning in de vorm van een dolfijn.