Gepubliceerd op 02-01-2020

20ste-eeuwse huizen in Leeuwarden

betekenis & definitie

Met name langs de singels en in de wijk bij het Nieuwe Kanaal bouwde men begin 20ste eeuw huizen met een aan de jugendstil en het rationalisme ontleende sterke afwisseling van baksteenwerk met gepleisterde geveldelen dan wel in kleur contrasterende constructieve onderdelen als lateien en ontlastingsbogen. De wat grotere huizen hebben als extra accenten erkers, balkons en speelse dakvlakken of hoektorentjes.

Goede voorbeelden hiervan zijn Westersingel 50 (1905), Harlingersingel 7 (1906), naar ontwerp H.H. Kramer, en het dubbele woonhuis Emmakade 15-17 (1903), eveneens een ontwerp van H.H.

Kramer voor bouwspeculant P. Vonk.

Het laatste vertoont ook chaletelementen. Naar plannen van W.C. de Groot uitgevoerd in witte steen met gele banden en ontlastingsbogen zijn de huizen Emmakade 49-53 (circa 1905).

Bij de in 1915 gebouwde huizen Vredeman de Vriesstraat 15-19, met overstekende platte daken en op de straathoek een achtzijdig uitgebouwd hoektorentje, zijn de constructieve elementen geaccentueerd. In nieuw historiserende stijl uitgevoerd is het door H.H.

Kramer ontworpen dubbele woonhuis Emmakade 8/Maria Louisastraat 2 uit 1912. Expressionistische elementen hebben de woningblokken Transvaalstraat 26-34/41-49 (circa 1920) en de door A.

Baart sr. ontworpen woningblokken Lijsterstraat 15-37/16-24 en Transvaalstraat 36-48 (1923). Dezelfde architect ontwierp de eveneens expressionistische dubbele woning Emmakade 96-96a (1929), waarvan hij het rechter deel (‘De Klinker’) als woning en kantoor gebruikte.In de jaren twintig en dertig van de 20ste eeuw komt aan de uitvalswegen en aan de toenmalige stadsrand een aantal vrijstaande huizen en villa's tot stand. Voorbeelden zijn de in 1923 naar plannen van W. van der Kooi gebouwde villa Harlingerstraatweg 70 en de geheel in houtskeletbouw uitgevoerde, in Oostenrijk geprefabriceerde huizen Harlingerstraatweg 29-41/Engelsestraat 2-6 (1922-'23). Vaak zijn rustieke expressionistische elementen als houten geveltoppen en rieten daken opgenomen, zoals bij de door A. Baart sr. ontworpen villa's Harlingerstraatweg 24 (1923), Harlingerstraatweg 42 (1924-'25) beide met houten topgevels - en Harlingerstraatweg 2b (1927). Houten geveltoppen en gebogen pannendaken heeft de villa Mr. P.J.

Troelstraweg 20 (1923). Rieten daken zijn ook toegepast bij de naar ontwerp van D. Meintema voor zichzelf gebouwde expressionistische villa Harlingerstraatweg 26 (1928) en de door D. Kalma en A. Witteveen ontworpen expressionistische huizen Groningerstraatweg 38-40 (1928-'29) waarvan het middenrisaliet met geometrisch metselwerk in gele baksteen een art déco-accent heeft - en Harlingerstraatweg 6-6b (1931). Andere voorbeelden van dit expressionisme zijn de huizen Pelikaanstraat 17 en 23-31 (1930) en de door G.A. Heldoorn ontworpen huizen Harlingerstraatweg 75-79 (1934).

In de vooroorlogse buitenwijken staan veel woningen met de in stedelijke context meer gebruikelijke zakelijk-expressionistische vormen. Voorbeelden hiervan zijn: Gymnasiumstraat 50-52 (circa 1925). Groningerstraatweg 44-52 (circa 1928), Coornhertstraat 27 (circa 1930), Mr. P.J. Troelstraweg 59-69 (1930-'31), naar plannen van A. Witteveen, Harlingerstraatweg 13-13b (1933), naar ontwerp van D.

Kalma en A. Witteveen en Engelsestraat 21-43 (circa 1935). Het door G.A. Heldoorn ontworpen woningblok Fonteinstraat 7-9f (circa 1933) heeft een geprononceerd, over het volle blok doorlopend balkon. Van de hand van architect P. de Vries zijn de expressionistische woningen Groningerstraatweg 80-82 (1924), Achter de Hoven 293-295 (1927-'28), Groningerstraatweg 32-34 (1929) en Groningerstraatweg 54-60 (1936). Voor zichzelf ontwierp P. de Vries in 1932 het woonhuis met atelier Druifstreek 63 in uitgesproken zakelijk-expressionistische vormen.