Gepubliceerd op 02-01-2020

Woonhuizen in Assen

betekenis & definitie

Woonhuizen. De oudste woonbebouwing van Assen dateert uit het eind van de 18de eeuw, hoewel het niet uitgesloten mag worden dat enkele huizen, met name aan de Kruisstraat, in de kern nog 17de- of 18de-eeuwse onderdelen bevatten.

Dit geldt bijvoorbeeld voor het dwarse dubbele eenlaags woonhuis Kloosterstraat 6-8, waarvan het huidige aanzien stamt uit de vroege 19de eeuw (ingrijpend gerestaureerd in 1972). Ter plaatse stond echter al in 1610 een tot het klooster behorende boerderij.

De toenemende betekenis van Assen als bestuurscentrum leidde vanaf het eind van de 18de eeuw tot de bouw van nieuwe woningen. Een rijk voorbeeld is het Hofstedehuis (Markt 11-12), een fors blokvormig pand met omlijste ingang, dat in 1783-'84 in eigen beheer werd gebouwd door Abraham Martinus Sorg en in 1784 werd verkocht aan Frederik Otto baron van Dörnberg Heiden.

In 1816 kwam het in bezit van mr. C.W.

Ellents Hofstede, wiens naam sindsdien aan het pand is verbonden. Na vanaf 1927 gediend te hebben als hotel-café-restaurant ‘Royal’ is het in 1978 gerestaureerd.

Een vergelijkbare vorm, maar met een meer bescheiden pronkrisaliet, bezit het in 1811 voor mr. S.

Gratama opgetrokken Gratamahuis (Vaart 11-13).

De pui rechts van de ingang is uit 1924.

Een zelfde opzet heeft het rond 1840 gebouwde Pelinckshuis (Markt 7). Het rijkst uitgevoerd is evenwel het blokvormige Witte Huis (Vaart 36), met een fronton voorzien van eikenlooffestoenen in empire-stijl.

Dit in 1821 voor de latere burgemeester H.J. Oosting gebouwde huis heeft zijn huidige aanzien gekregen bij een verhoging in 1823 en is in 1978 gerestaureerd.Vooral langs de Vaart verrezen in de eerste helft van de 19de eeuw diverse eenlaagse middenganghuizen met een verhoogde middenpartij van vaak enkele vensterassen breed. Deze worden wel ‘huizen van het Asser type’ genoemd. Een door zijn onderkeldering rijker, maar wel kenmerkend voorbeeld is het Huis met het Stoepie (Vaart 66b-68), gebouwd in 1819 voor W.H. Hofstede. De huidige ingangspartij heeft men bij een verbouwing in 1903 aangebracht. De oudste, rond 1830 gebouwde, voorbeelden hebben een breed verhoogd middendeel met fronton en daarmee een strak neoclassicistisch aanzien.

Het beste voorbeeld is Vaart 48; andere voorbeelden zijn Brink 38-39 en Vaart 26. Het fronton ontbreekt bij latere varianten, zoals: Vaart 28 (circa 1860), Markt 4-6 (circa 1860), Dr. Nassaulaan 4 (circa 1870) en Sluisstraat 1-3 (circa 1890). Het rond 1830 gebouwde huis Vaart 66 kreeg rond 1880 een verdieping. Het huis Burmania (Vaart 30; circa 1840) toont een bescheidener variant met een dakerker van één venster breed. Andere voorbeelden hiervan zijn: Brink 30-31 (circa 1850), met attieklijst, Vaart 51 (circa 1860) en Vaart 53 (circa 1860) en Vaart 128 (circa 1880).

Door zijn tot boven de nok opgetrokken middenpartij met fronton behoort het woonhuis Dr. Nassaulaan 1 niet tot het ‘Asser type’. Dit eenlaagse middenganghuis met ingangsomlijsting kwam in 1809 tot stand voor de latere burgemeester mr. I. Collard in een strenge variant van het neoclassicisme. Andere voorbeelden van neoclassicistische middenganghuizen zijn: Stationsstraat 9 (circa 1870), Kloosterstraat 7 (circa 1880) en Alteveerstraat 104 (circa 1875), het voorm. kantoor van de havenmeester. Iets rijker van vorm en met eclectische details is het in 1882 voor de familie Albarda gebouwde woonhuis De Hofstede (Vaart 116).

Vanaf het midden van de 19de eeuw werd Assen in toenemende mate een woonstad voor de gegoede burgerij. Langs de Vaart, en in het naar een tuinontwerp van J. Copijn aangelegde Van der Feltzpark, verrezen forse villa's, die ook wel ‘Asser paleizen’ worden genoemd. Een goed voorbeeld is de in 1877 voor J.J. Bolman in eclectische stijl gebouwde Villa Aschwing (Dr. Nassaulaan 9).

Deze villa heeft een souterrain, twee bouwlagen en een mezzanino-verdieping ter plaatse van het driezijdige gesloten, uitgebouwde middenrisaliet. Vergelijkbare villa's met een driezijdig gesloten, uitgebouwd middenrisaliet, maar met alleen twee bouwlagen zijn: Zonnehoek (Vaart 88; circa 1870) en de wit gepleisterde villa Beilerstraat 5-7 (circa 1875). De in 1875 in sobere eclectische stijl gebouwde, wit gepleisterde villa 't Groote Holt (Van der Feltzpark 4) is een dwars tweelaags pand voorzien van een middenrisaliet met balkon en tuitgevel. Het meest opvallende ‘Asser paleis’ is de wit gepleisterde villa Dr. Nassaulaan 7, gebouwd in 1876 in een combinatie van eclectische vormen, vroege-chaletstijl (balkon met loggia) en neogotische details (vierpassen). Andere voorbeelden van grote eclectische villa's, maar dan met gepleisterde hoekpilasters en middenrisaliet, zijn: Hertenkamp 1 (1875), gebouwd voor mr.

C.L. Kniphorst naar ontwerp van J. ten Horn, Groningerstraat 63 (circa 1875) en Oostersingel 25 (circa 1885). Veel eclectische villa's zijn geheel wit gepleisterd, zoals de in 1878 voor dr. E.P.J.W. Hartogh Heijs van Zouteveen gebouwde villa Oakland (Beilerstraat 41). Andere voorbeelden zijn: Boschlust (Beilerstraat 173) en Beilerstraat 20 (beide circa 1870), Van der Feltzpark 2 (circa 1875), gebouwd voor H. van Meurs, Vaart 25a-27 (circa 1875) en Beilerstraat 24 (circa 1885). Vanwege zijn eclectische details boven de vensters wordt het rond 1880 verbouwde woonhuis Vaart 55, het ‘Huis met de Wenkbrauwen’ genoemd.

Voorbeelden ven gepleisterde woonhuizen met een attiekvormig opzetstuk zijn Vaart 23b-25 (huidige vorm circa 1875) en Vaart 42 (circa 1880).

Ook herenhuizen werden in eclectische stijl gebouwd, met als belangrijkste kenmerk de geprefabriceerde kuiven boven de vensters, zoals te zien bij: Noordersingel 45 (1870), Oostersingel 3-5 (circa 1870), Vaart 6 (circa 1875) en Vaart 67 (1881). Latere eclectische voorbeelden met neorenaissance-details zijn Zuidersingel 3 (circa 1890), Beilerstraat 9 (circa 1895) en de vermoedelijk naar plannen van J. van Houten gebouwde herenhuizen Javastraat 5-7 en 9-11 uit 1896. Voorbeelden van eclectische middenganghuizen zijn Beilerstraat 29 en Beilerstraat 37, beide opgetrokken rond 1890. Late neoclassicistische vormen vertonen de in dezelfde tijd gebouwde herenhuizen Hertenkamp 2-3, Torenlaan 4b, Zuidersingel 7 en Collardslaan 2. Opvallend is de gepleisterde villa Stationsstraat 11 met een driezijdig gesloten, uitgebouwd middenrisaliet. De gepensioneerde kapitein ter zee G.F.

Servatius liet het pand in 1873-'75 bouwen onder de naam ‘Huize Ebbenerve’. Naar plannen van J. Smallenbroek volgde in 1906-'07 voor jhr. mr. H.G. van Holthe tot Echten een ingrijpende verbouwing. Daarbij werd een tweede bouwlaag toegevoegd en kreeg het geheel door een koepelbekroning op het middenrisaliet zijn huidige Frans-neoclassicistische aanzien.

De villa Rustica (Vaart 114) en de door T. Boonstra ontworpen villa Betsy (Dr. Nassaulaan 12), beide uit 1897, hebben een neorenaissance-vormgeving. Andere voorbeelden in die stijl zijn de villa's Dr. Nassaulaan 8 (circa 1885) en Dr. Nassaulaan 10 (circa 1900) en de herenhuizen Stationsstraat 23-25 (circa 1890), Kerkstraat 9 (circa 1890) en Torenlaan 12-14 (circa 1895).

Het voor zeepzieder H. Westra gebouwde woonhuis Vaart 76 (1883) staat bekend als het ‘Huis met de Vazen’ en is een voorbeeld van een eenlaagspand in rijke neorenaissance-stijl. Andere eenlaagspanden met elementen in die stijl alle uit circa 1895 zijn: Stationsstraat 27 en 29, Vaart 131-133 en de onderling zeer vergelijkbare huizen Rolderstraat 96-98 en Witterstraat 72-74.

< >