Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

fort

betekenis & definitie

groot (oud) huis dat tussen kleinere in staat en dat bij kleine gedeelten wordt verhuurd: Wou uwe ’t fort nog ’ris zien? ... Zeuventien gezinne wone d’r nou nog in, V.

MAURIK12 86; fort van Sjakoo: De gang eindigt in een soort van poortje, dat aan de gracht uitkomt Lange jaren geleden huisde Sjakoo, een berucht inbreker en moordenaar, in het huis, waartoe die gang behoort; vandaar dat men die plaats gewoonlijk nog ‘het Fort van Sjakoo’ noemt, V. MAURIK4 4.