Wat is de betekenis van VERSTROOID?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verstrooid

bn. bw. (-er, -st), 1. her en der verspreid : zal Hij tot de verstrooide Grieken gaand (Joh. 7 : 35); 2. afgetrokken van geest, zijn aandacht niet hebbende bij de zaak die men voor ogen heeft of de omgeving waarin men op het moment verkeert: hij is te verstrooid om met vrucht te luisteren ; verstrooid antwoorden; de verstrooide pr...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verstrooid

verstrooid - Bijvoeglijk naamwoord 1. geestelijk afgeleid

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verstrooid

verstrooid - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-strooid 1. her en der verspreid ♢ we liepen langs verstrooid liggende boerderijen 2. er met je gedachten niet bij ♢ die verstrooide professor me...

2025-07-24
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Verstrooid

abnormaal afleidbaar, het onvermogen om de aandacht te concentreren. (Het woord wordt soms juist voor het tegendeel toegepast, bijv. in de uitdrukking „verstrooide professor” bij een te sterk gefixeerde aandacht).

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verstrooid

adj. & adv., ôfwêzich, forwezen, yn ’e beane, der net by, yn ’e stúdzje (wei).

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verstrooid

bn. (de aandacht niet gericht hebbende op hetgeen, waarop men moet letten): de professor is in gezelschap wat verstrooid, afgetrokken; verstrooid van geest.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verstrooid

(vər'stro:it) bn. en bw. (-er, -st) elders met zijn gedachten : een -e knaap; rondkijken. Syn. → afgetrokken.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verstrooid

bn. en bw. (-er, -st), 1. her en der verspreid; 2. zijn aandacht niet hebbende bij dat waarop men moet letten: verstrooid antwoorden.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERSTROOID

VERSTROOID - bn. bw. (-er, -st), (fig.) zijne aandacht en opmerkzaamheid op velerlei dingen te gelijk richtende en daardoor in het geheel niet of bijna niet lettende op hetgeen moet: hij is te verstrooid om met vrucht te luisteren ; verstrooid antwoorden. VERSTROOIDHEID, v. afwezigheid van geest.