Wat is de betekenis van verleren?

(verleerde, heeft en is verleerd), 1. het geleerde gaandeweg vergeten, niet meer kennen : ik heb het Frans geheel verleerd ; 2. afleren (fig.): ik zal hem dat liegen wel verleren.

verleren - Werkwoord 1. (ov) iets wat ooit geleerd is weer vergeten ♢ Hij is zijn moedertaal inmiddels verleerd. 2. (ov) in onbruik raken van een gebruik, gewoonte ♢ We zijn verleerd om niets te doen. Woordherkomst Afgeleid van leren met he...

v., forleare; ik heb het verleerd, it is my ûntleard, ûntkommen.

verleerde, h. verleerd (ontleren, afleren): een taal verleren.

(verleerde, heeft verleerd) 1. het geleerde vergeten: het spreken van een taal -. 2. afwennen: ik zal hem dat liegen wel -.

(verleerde, heeft of is verleerd), een geleerde vaardigheid kwijtraken, door haar niet meer te oefenen.

...

...

...