Wat is de betekenis van vastklemmen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vastklemmen

(klemde vast, heeft vastgeklemd), 1. klemmend vastmaken. 2. (inz. wederk.) zich klemmende vasthouden (aan).

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vastklemmen

vastklemmen - Werkwoord 1. (ov) met klemmen vastzetten 2. (refl) zich ~: zich krampachtig vasthouden Woordherkomst samenstelling van vast en klemmen

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vastklemmen

vastklemmen - regelmatig werkwoord uitspraak: vast-klem-men 1. strak en stevig vastpakken en vasthouden ♢ het kind klemde zich aan zijn moeder vast Regelmatig werkwoord: vast-klem-men ik klem vast (... ik vastklem...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vastklemmen

(klemde vast, heeft vastgeklemd) 1. zich klemmend vasthouden. 2. door klemmen blijven vastzitten.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VASTKLEMMEN

VASTKLEMMEN - (klemde vast, heeft vastgeklemd), door klemmen blijven vastzitten; zich klemmende vasthouden.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)