Uitspoken
(spookte uit, heeft uitgespookt), (gemeenz.) uitvoeren, doen (altijd in ongunstige zin): wat spookt hij nu weer uit?
Van Dale Uitgevers (1950)
(spookte uit, heeft uitgespookt), (gemeenz.) uitvoeren, doen (altijd in ongunstige zin): wat spookt hij nu weer uit?
Wiktionary (2019)
uitspoken - Werkwoord 1. iets wat niet in de haak is uithalen ♢ Wat heeft die kwajongen nou weer uitgespookt? Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en spoken(werkwoord)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
uitspoken - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-spo-ken 1. doen wat niet mag ♢ wat heeft die stoute jongen nu weer uitgespookt? Regelmatig werkwoord: uit-spo-ken ik spook uit (... ik uitspook) ...
Jozef Verschueren (1930)
(spookte uit, heeft uitgespookt) 1. ten einde spoken. 2. spokend verjagen. 3. verkeerde dingen bewerken, doen : wat spookt hij weer uit?
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(spookte uit, heeft uitgespookt), uitvoeren (altijd ongunstig): wat spookt hij nu weer uit?
J.H. van Dale (1898)
UITSPOKEN - (spookte uit, heeft uitgespookt), ten einde spoken; spokende verjagen; (fig.) bewerken, veroorzaken, verkeerde dingen doen: wat spookt hij nu uit ?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: