Uitdossen
(doste uit, heeft uitgedost), geheel van een dos voorzien, in bep. dracht kleden, bep. een fraaie of feestelijke kleding aandoen: zij waren op hun Paasbest uitgedost; hij was wonderlijk uitgedost.
Van Dale Uitgevers (1950)
(doste uit, heeft uitgedost), geheel van een dos voorzien, in bep. dracht kleden, bep. een fraaie of feestelijke kleding aandoen: zij waren op hun Paasbest uitgedost; hij was wonderlijk uitgedost.
Wiktionary (2019)
uitdossen - Werkwoord 1. (refl) zich ~ zich op opvallende wijze kleden ♢ Zij dosten zich met carnaval uit met veel veren en glitter. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en dossen(werkwoord)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
uitdossen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-dos-sen 1. je feestelijk en opvallend kleden ♢ zij heeft zich prachtig uitgedost voor het feest Regelmatig werkwoord: uit-dos-sen ik dos uit (... ik uitdos)...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(doste uit, heeft uitgedost), een fraaie of feestelijke kleding aandoen: hij was wonderlijk uitgedost.
Instituut voor de Nederlandse taal
J.H. van Dale (1898)
UITDOSSEN - (doste uit, heeft uitgedost), opsmukken, fraai opschikken : eene bruid uitdossen. UITDOSSING, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: