Wat is de betekenis van uitdossen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitdossen

(doste uit, heeft uitgedost), geheel van een dos voorzien, in bep. dracht kleden, bep. een fraaie of feestelijke kleding aandoen: zij waren op hun Paasbest uitgedost; hij was wonderlijk uitgedost.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitdossen

uitdossen - Werkwoord 1. (refl) zich ~ zich op opvallende wijze kleden Zij dosten zich met carnaval uit met veel veren en glitter. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en dossen(werkwoord)

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitdossen

uitdossen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-dos-sen 1. je feestelijk en opvallend kleden ♢ zij heeft zich prachtig uitgedost voor het feest Regelmatig werkwoord: uit-dos-sen ik dos uit (... ik uitdos)...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitdossen

v., opdosse, -pronkje, -klaeije.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitdossen

doste uit, h. uitgedost (opsmukken).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitdossen

('uid) (doste uit, heeft uitgedost) opschikken : een bruid -.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitdossen

(doste uit, heeft uitgedost), een fraaie of feestelijke kleding aandoen: hij was wonderlijk uitgedost.

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

uitdossen

uitdossen ww. 'opschikken, bijzonder kleden' categorie: geleed woord Vnnl. uytdossen 'fraai, feestelijk of ongewoon kleden' in twee vvel vvtghedoste personen 'twee fraai geklede personen' [1618; iWNT], Ick bin al moytjes uyt edost [1618; iWNT]. Gevormd met uit in de b...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITDOSSEN

UITDOSSEN - (doste uit, heeft uitgedost), opsmukken, fraai opschikken : eene bruid uitdossen. UITDOSSING, v. (-en).