Slepen
(sleepte, heeft gesleept), (onoverg.) 1. zich zodanig voortbewegen dat de zaak op haar steunvlak blijft rusten, inz. zo dat een gedeelte enigzins zwaar achterna schuift of glijdt: die japon sleept; het contact sleept langs de stroomdraad; (zeew.) het anker sleept, pakt niet in de grond, is driftig; — (fig.) met de voe...