Wat is de betekenis van sign?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sign

(Lat.) 1. signatum (erat), (het was) getekend; 2. signeteur, het worde getekend.

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

sign

I. 1. teken, wenk; kenteken, voorteken; wonderteken; 2. (uithang)bord; illuminated sign(s), lichtreclame; sign manual, (eigen) handtekening; make no sign, geen teken (van leven) geven; at the sign of the Swan, in (de herberg) het Zwaantje; at his sign, op een teken van hem, op zijn wenk; in sign of submission, ten teken van onderwerping; II. 1. te...

2025-07-25
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

sign

teken, verschijnsel, symptoom ; Babinski's verschijnsel van Babinski; extinction sign, verblekingsreactie.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sign

1. Lat. signetur, men ondertekene; 2. Lat. signatum erat, was getekend.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Sign

afkorting van : 1. * signatum erat. 2. * signetur. signaal (sin'ja.’l) o. (...gnalen: -tje) [Fr. < Lat. signum] 1. Eig. teken, sein : zichtbaar, hoorbaar -; dag-, nachtsignaal; een geven met de bel; zijn gevangenneming was het voor de algemene ovstand. 2. Metn. toestel om signalen mede te geven : het langs de spoorweg.

2025-07-25
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Sign

Signatum (erat), (het was) geteekend.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

sign

afk. van: 1. signatum (erat), (het was) getekend; 2. signetur, het worde getekend.