Wat is de betekenis van Plotseling (2)?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Plotseling (2)

Plotseling (2) - Plotseling PLOTSELINGS, bw. eensklaps, onverwacht: hij is plotseling verdwenen; hij stierf plotseling.