Palmboom
m. (...bomen), 1. de eigenlijke palm. 2. buksboom (Buxus sempervirens): — Europese palmboom, benaming voor de schietwilg (Salix alba).
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...bomen), 1. de eigenlijke palm. 2. buksboom (Buxus sempervirens): — Europese palmboom, benaming voor de schietwilg (Salix alba).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
(sub)tropische boom. boom die in warme gebieden of in binnenruimtes de hoogte in groeit met bovenop een gewaaierde of gevederde kruin; tropische of subtropische boom die vanuit een stengelpunt groeit. Voorbeelden: Ik begon nu strandjes te onderscheiden: gele plekken die oplichtten als een uitnodiging om aan land te komen. Ook zag ik...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
palmboom - zelfstandig naamwoord uitspraak: palm-boom 1. subtropische boom met geschubde stam en grote bladeren aan de top ♢ op de Canarische Eilanden groeien veel palmbomen Zelfstandig naamwoord: palm-boom de palmbo...
H.L.Kok (2002)
Deze boom stond in de oudheid in hoog aanzien. In psalm 92 V 13 staat: 'De rechtvaardige zal groeien als een palmboom'. De palmboom geldt door haar slanke, rechte stam en weelderige kroon als een verwijzing naar het opstijgen, de zege en de wedergeboorte en als het symbool van het paradijs.
J.H. van Dale (1898)
Palmboom - m. (-en), Zie PALM 2 en 3; (ook) naam aan den jeneverboom (juniperus communis) gegeven, die de zoogenaamde Duitsche sandarak oplevert; — Europeesche palmboom, benaming voor den schietwilg, schotwilg (salix alba).
I.M. Calisch (1864)
Palmboom, m. (-en). *-EN, bn. palmhout. *...EEKHOREN, -TJE, (B. -N), o. (-s), west-indische meerle. *...HOUT, o. gmv. -EN, bn. van palmhout.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: