Overjas
v. (-sen) jas die over de andere kleren gedragen wordt.
Marc De Coster (2020-2025)
(1994) (sch.) condoom. • “Als het regent gaan we ook niet zonder overjas naar buiten," zei de populairste man van Frankrijk, een pater die daarmee gebruik van condooms allerminst afkeurt. (ANP, 07/04/1994) • Menig heer komt een nachtje logeren in de Pijp, zegt Jacobs, met medenemen van zijn 'neuktas' waarin een 'overjas' niet mag o...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
overjas - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-jas 1. jas die je over je andere kleren draagt ♢ hij droeg een overjas Zelfstandig naamwoord: o-ver-jas de overjas de overjassen ...
J.H. van Dale (1898)
Overjas v. (-sen), jas, die over eene andere gedragen wordt; ...JASJE, o. (-s); ...JURK, v. (-en), jurk die over eene andere gedragen wordt bij wijze van mantel; ...JURKJE, o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: