Ontberen
(ontbeerde, heeft ontbeerd), iets missen waaraan men grote behoefte heeft: wij kunnen hierbij uw hulp niet ontberen; het nodige ontberen; — (spr.) die veel begeert, veel ontbeert.
Van Dale Uitgevers (1950)
(ontbeerde, heeft ontbeerd), iets missen waaraan men grote behoefte heeft: wij kunnen hierbij uw hulp niet ontberen; het nodige ontberen; — (spr.) die veel begeert, veel ontbeert.
Wiktionary (2019)
ontberen - Werkwoord 1. (ov) iets missen waaraan men grote behoefte heeft Woordherkomst Afgeleid van een oud, oorspronkelijk sterk werkwoord *beren (vanwaar nog geboren, vgl. Engels: to bear) dat o.a. dragen betekende en met het voorvoegsel ont-.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
ontberen - regelmatig werkwoord uitspraak: ont-be-ren 1. missen van wat je heel hard nodig hebt ♢ wij moesten haar hulp ontberen Regelmatig werkwoord: ont-be-ren ik ontbeer jij/u ontbeer...
M. J. Koenen's (1937)
ontbeerde, h. ontbeerd (missen [waaraan men grote behoefte heeft]; niet bezitten): het nodige ontberen; iets niet kunnen ontberen.
Jozef Verschueren (1930)
(‘be:rən) (ontbeerde, heeft ontbeerd) niet bezitten, met het bijdenkbeeld dat men het gemis diep voelt: iemands hulp moeten -. Syn. → derven.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(ontbeerde, heeft ontbeerd), (iets) missen waaraan men grote behoefte heeft: wij kunnen hierbij uw hulp niet het nodige ontberen; (spr.) die veel begeert, veel ontbeert.
Instituut voor de Nederlandse taal
ontberen ww. '(iets) missen, niet hebben' categorie: leenwoord Mnl. vmberen (met assimilatie -ntb- > -mb-) 'nalaten', ontberen 'id.' in dis ic ongerne Ontbere 'waaraan ik me niet graag onttrek' [1265-70; VMNW], 'missen, ontberen' [1265-70; VMNW]. Afleiding met het voorvoegsel ...
J.H. van Dale (1898)
(ontbeerde, heeft ontbeerd), iets missen waaraan men grote behoefte heeft: wij kunnen hierbij uw hulp niet ontberen; — (spr.) die veel begeert, veel ontbeert. ONTBERING, v. (-en), het gemis van noodzakelijke levensbehoeften: het vasten gewoon, verduurde ik de ontbering van voedsel met gelatenheid; uitgeput door langdurige ontberingen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: