Neerhalen
(haalde neer, heeft neergehaald), 1. naar beneden halen of trekken: de zeilen, de vlag neerhalen ; — (fig.) iem. neerhalen, zijn eer of roem aantasten, hem op onbillijke wijze becritiseren; 2. omverhalen, slopen : de muren van de verwoeste kerk werden neergehaald.