Wat is de betekenis van Minima?

(1978) (Ned., euf.) mensen met een laag inkomen, die moeten leven van het sociale minimum. Eind jaren negentig van de twintigste eeuw ontstonden er in Nederland op sommige plaatsen zogenaamde ‘minimawinkels’. Daarin konden mensen met een uitkering goedkoop allerlei producten kopen. Soms hoor je ook wel spreken over ‘onechte minima...

minima - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord minimum

Mensen met een laag inkomen, die moeten leven van het sociale minimum. Het woord is in het begin van de jaren tachtig in zwang gekomen. Eind jaren negentig ontstonden er in Nederland op sommige plaatsen zogenaamde ‘minimawinkels’. Daarin konden mensen met een uitkering goedkoop allerlei producten kopen. Soms hoor je ook wel spreken over ‘onechte mi...

mínima, - zie minĭmus.

Minima - personen of gezinnen die moeten leven van een zeer laag inkomen. Onechte minima zijn personen die naast hun minimuminkomen nog andere bronnen van inkomsten hebben. Sinds het begin van de jaren tachtig. Onder andere opgenomen door Bunge (1985). Het woord ‘minima’ heeft in politiek Den Haag diverse betekenissen. Om dit probleem te ondervange...

mv (eig.: sociale minima) personen die een loon of uitkering ontvangen waarmee zij slechts in hun noodzakelijkste levensbehoeften kunnen voorzien.

Personen die als inkomen niet meer hebben dan het voor iemand in hun situatie geldende sociaal minimum. Het sociaal minimum voor gehuwden is dank zij de netto-nettokoppeling gelijk aan het netto minimumloon van volwassen werknemers. Een ongehuwde krijgt 70% en een eenoudergezin krijgt 90% van het sociaal minimum voor gehuwden.Minima zijn te ondersc...

zeer klein Chamaecyparis lawsoniana ‘Minima Glauca’

v. minimum.