Wat is de betekenis van mem?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mem

v. (-men), 1. (kindert.) moeder; 2. (gew.) min; zogende vrouw; 3. elk der borsten van een zogende vrouw; 4. (bij ribgoten) het eindje loden pijp, dat aan het einde der goot met een kraag in het loosgat hangt en waaraan de afvoerpijp wordt gestoken; 5. (gew.) niet flink, zeurig manspersoon; leuteraar.

2025-07-28
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

mém

†, mevrouw.

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mem

Het begrip mem heeft 2 verschillende betekenissen: 1) grote vrouwenborst; borst; tiet. 2) Hebreeuwse letter m. dertiende letter van het Hebreeuws alfabet die wordt uitgesproken als de letter m.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

mem

1) (19e eeuw) (scheldw.) iem. die niet erg flink is maar zeurt. • ‘Ik wil er op sterven, dat ik het zag,’ hoorden zij nogmaals. ‘Ned, Bob! blijft bij ons! Laffe memmen, laat me hier niet allen staan!’ klonk het van buiten, en thands duidelijk verstaanbaar. (De Gids. Jaargang 27. 1863) • ‘Verraad!’ riep...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mem

mem - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) (anatomie) borst (van een vrouw) wat heeft die griet een grote memmen 2. (Jiddisch-Hebreeuws) dertiende letter van het alfabet 3. (Jiddisch-Hebreeuws) getal veertig Woordherkomst [2, 3] Herkomst: Hebreeuws en/of Jiddisj Synoniemen...

2025-07-28
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

mèm

(zn) tepel, borst BM, HP, LC, TM, WB.

2025-07-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

mem

(omkering: zwak > sterk), sterke, stoere vent: Daar Eduard en Bertus, tot haar leedwezen (dat van moeder), geen van beiden waren wat men in de volkstaal een ‘mem’ noemt, hadden zij ’t na een kloppartij hard te verantwoorden, KEPPER 34.

2025-07-28
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

mem

mem - vrouwenborst; zie ook mam. De rokjes in de hand, de memmetjes ontdaen (bloot, H.), v. MERWEDE v. KL.. R. Mintr. 134 [1651].Plotseling floepten die grote memmen van haar uit de tietenteugels en bengelden om haar oren als twee met emmers water gevulde kapotjes, RvzR. 153 [1972].

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Mem

de dertiende letter van het Hebreeuws alfabet; getallenwaarde 40.