Hij is zoo glad als een aal
D.i. men heeft geen vat op hem, hij weet zich door zijne slimheid uit alle ongelegenheden te redden; vroeger ook in de bet.: daar is niets van hem te halen, hij is geldeloos, ‘zoo naakt als een luis’. Vgl. fr. il est glissant comme une anguille; hd. er ist so glatt wie ein Aal; aalglatt; nd. he is so glatt as en Al;...