gibbons
gibbons - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gibbon
Winkler Prins (1949)
of Langarmapen (Hylobates syndactylus). Verschillende soorten komen voor op de Soendaeilanden. De voorste ledematen reiken tot op de grond.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Gibbons - 1° James, kardinaal, invloedrijkste kerkvorst van Amerika; * 1834 te Baltimore als zoon van een Ierschen immigrant, ♱ 1921 als bisschop (sinds 1877) en kardinaal (sinds 1886) aldaar. Zijn sympathieke persoonlijkheid heeft voor een groot deel aldaar het kerkelijk leven in de tweede helft van de 19e eeuw beheerscht. Hij had een sterk ir...
Jozef Verschueren (1930)
('ʞibbənz) (James) Noordamerikaans godgeleerde, ° 1834 en ✝ 1921 te Baltimore, 1886 kardinaal; apologeet.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Gibbons - (Alfred St. Hill), Engelsch Afrika-reiziger, in 1916 aan de Somme gesneuveld. Hijontdekte in 1900 de bronnen van de Zambesi.
Anthony Winkler Prins (1870)
Gibbons of langarmige apen (Hylobates) noemt men eene kleine, uit 7 soorten bestaande groep van Indische apen, die in de bosschen in het zuiden van Azië en op de nabijgelegene eilanden hun verblijf houden. Zij onderscheiden zich door ongemeen lange armen, waarmede zij bij een opgerigten stand nagenoeg tot den grond kunnen reiken. Zij klauteren en s...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: