Wat is de betekenis van Gejaag?

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gejaag

haastigheid, haas, haastig, onrustig.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gejaag

o. (voortdurend jagen in verschillende betekenissen): het gejaag door veld en bos, het telkens of aanhoudend op jacht gaan; dat gejaag met die paarden, hard rijden.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gejaag

o. het aanhoudend jagen: morgen is de jacht open, dan begint het weer; met paarden.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gejaag

GEJAAG, o. het telkens of aanhoudend op de jacht gaan, als iets lastigs en onaangenaams voorgesteld; — het aanhoudend hard rijden; — (van den pols en den adem) de aanhoudende snelle beweging van den pols of van den adem, het heftig kloppen van den pols, of de versnelde ademhaling: dat gejaag van den pols is onrustbarend; het gejaag van...

2025-07-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gejaag

Gejaag, o. gmv. vervolging; aanhoudende jagt; het heftig slaan van den pols. *...JAGT, o. het aanhoudend jagten of haasten. *...JAMMER, o. gmv. *...JANK, o. gmv. het huilen van honden. *...JEUK, o. gmv. *...JOK, o. gmv. *...JUICH, o. gmv. vreugdekreten, toejuichingen. *...JUWEELD, bn. met juweelen getooid.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)