gejaag
haastigheid, haas, haastig, onrustig.
M. J. Koenen's (1937)
o. (voortdurend jagen in verschillende betekenissen): het gejaag door veld en bos, het telkens of aanhoudend op jacht gaan; dat gejaag met die paarden, hard rijden.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
GEJAAG, o. het telkens of aanhoudend op de jacht gaan, als iets lastigs en onaangenaams voorgesteld; — het aanhoudend hard rijden; — (van den pols en den adem) de aanhoudende snelle beweging van den pols of van den adem, het heftig kloppen van den pols, of de versnelde ademhaling: dat gejaag van den pols is onrustbarend; het gejaag van...
I.M. Calisch (1864)
Gejaag, o. gmv. vervolging; aanhoudende jagt; het heftig slaan van den pols. *...JAGT, o. het aanhoudend jagten of haasten. *...JAMMER, o. gmv. *...JANK, o. gmv. het huilen van honden. *...JEUK, o. gmv. *...JOK, o. gmv. *...JUICH, o. gmv. vreugdekreten, toejuichingen. *...JUWEELD, bn. met juweelen getooid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: