Wat is de betekenis van freewheelen?

2025-07-21
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

freewheelen

Het begrip freewheelen heeft 3 verschillende betekenissen: 1) fietsen zonder trappen. zijn fiets laten doorlopen zonder te trappen. 2) het kalmpjes aan doen. 3) vrijblijvend zijn gang gaan. vrijblijvend, zonder een bepaald doel zijn gang gaan, werken e.d..

2025-07-21
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

freewheelen

(werkwoord) [alg.] flierefluiten, aanrommelen, aanlummelen, het kalmpjes aan doen - Zo'n raamambtenaar zit de hele dag maar een beetje aan te lummelen. Geen wonder dat ambtenaren het langst leven. [fiets] uitrijden, vrijlopen, vrijwielen - De halve etappe gaat de knecht op kop om in zijn sleep de koprenner wat vrijwielend te laten rusten...

2025-07-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

freewheelen

freewheelen - Werkwoord Woordherkomst samenstelling uit het Engels Synoniemen [1] uitbollen [2] flierefluiten, aanrommelen, klooien, aanklooien

2025-07-21
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Freewheelen

Freewheelen - een rustige tred aanhouden, zich laten bollen.

2025-07-21
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

freewheelen

freewheelen: de benen mee laten ronddraaien met een lichte cadans, zonder echt kracht te zetten. Een renner kan freewheelen om een ploegmaat bij te laten komen; vrijwielen.

2025-07-21
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

freewheelen

Een rustige tred aanhouden, zich laten bollen. Na jaren freewheelen lijkt Raas doordrongen van het belang van een solide jeugdbeleid. Hij heeft lering getrokken uit de slechte prestaties van de voorbije jaren. Willen Nederlandse ploegen zich in de toekomst weer kunnen meten met de buitenlandse top, dan moeten ze naar Zuideuropees voorbeeld een prof...

2025-07-21
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

freewheelen

(onov ww; freewheelde; h. gefreewheeld) - zijn fiets laten doorlopen zonder te trappen, maar ook: rustig de pedalen ronddraaien, bollen: (fig.) midden in het peloton was hij aan het freewheelen, deed hij het kalm aan vrijwielen.

2025-07-21
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Freewheelen

Freewheelen - (Eng.), rustig aan doen. De term dook in de jaren zestig al sporadisch op maar raakte pas eind jaren zeventig algemeen ingeburgerd. Je hebt met hem het gevoel freewheelend langs de afgrond te gaan. Vrij Nederland, 08-12-84 De Diamanda Galas van de lage landen, Greetje Bijma, trok vocaal freewheelend en van rugdekking voorzien van een...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-21
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Freewheelen

[Eng. to freewheel] 1 de fiets laten doorrijden zonder te trappen; 2 (overdrachtelijk) het kalmpjes aandoen, wel doorgaan waarmee men bezig is maar zonder veel inspanning.