flammula
flámmula, - verkleinw. van Lat. flamma, vlam: vlammetje, vaantje. - Het woord wordt wel als soortnaam gebezigd voor planten, welke de tong aandoen als een vlam, dwz. op de tong branden, een scherpen smaak bezitten, voorts voor planten met vlamkleurige (gele of roode) bloemen.