Wat is de betekenis van E.p?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

E.p

1. (Lat.) ex professo, ambtshalve; 2. (Fr.) en personne, in (eigen) persoon (op visitekaartjes).

2025-07-27
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

E.P

1. grammofoonplaatje met in totaal vier nummers er op; ook: eepeetje. 2. éducation permanente: permanente educatie.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

E.p

en personne, in persoon

2025-07-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

e.p

of e. prof. = ex professo = ambtshalve

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

E.p

Afk. van : 1. (Lat.) ex professo, ambtshalve; 2. (Fr.) en personne, in (eigen) persoon (op visitekaartjes); 3. (Eng.) extended play, (met) verlengde speelduur, een 45-toeren grammofoonplaat met een speelduur (5-10 min.) van ca. het dubbele van een single 45-toerenplaat.