Doigt
vinger; teen; vingerbreedte, vingerdikte, duimdik, laag, scheutje, beetje; petit doigt, pink; mon petit doigt me l’a dit, ik heb er een vogeltje van horen zingen; je ne remuerais pas le petit doigt pour cela, ik zou er geen hand voor verroeren (uitsteken); avoir des doigts de fée, een grote handigheid bezitten; donner sur les doigts &a...