Wat is de betekenis van Dobbelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dobbelen

(dobbelde, heeft gedobbeld), een kansspel : met dobbelstenen (teerlingen) werpen om daarvan winst of verlies te laten afhangen; — (spr.) tegen elf ogen dobbelen, zeer weinig kans hebben; — bij uitbr. in toepassing op andere kansspelen of, oneig., op practijken die het karakter van een kansspel hebben ; — ongelukkig dobbelen, niet...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dobbelen

dobbelen - Werkwoord 1. (inerg) (spel) het spelen van een kansspel door het werpen van dobbelstenen, vaak om geld Er werd grof gedobbeld door de dronken mannen. Woordherkomst Afgeleid van dobbel met het achtervoegsel -en

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dobbelen

dobbelen - regelmatig werkwoord uitspraak: dob-be-len 1. als spel met dobbelstenen werpen ♢ zij kunnen samen urenlang dobbelen 1. tegen elf ogen dobbelen [weinig kans maken] Regelmat...

2025-07-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Dobbelen

een geluksspel waarbij men dobbelstenen in een beker schudt en dan uitwerpt. Gewoonlijk gebruikt men vijf dobbelstenen en telt men niet alleen het aantal ogen dat men gooit, maar ook bepaalde volgorden, b.v. vijfmaal hetzelfde getal, of vijfmaal verschillend. Het dobbelspel was reeds bij de Romeinen bekend.

2025-07-28
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

dobbelen

dobbelen - coïteren (vgl. tiktakbord, verkeerbord). Si ley tschaecbert (= het schaakbord, H.) op tvelt: 'dye dobbelen wil die brenget geit, Anders mach hi Tsoheyme (= thuis. H.) wel blijven.', Antw. Liedb. (ed. VON FALLERSLEBEN) 9 [1544].

2025-07-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

dobbelen

(dobbelde, heeft gedobbeld), (ook:) gokken, zonder dat een dobbelsteen gebruikt wordt. Etym.: De SN bet. is de oorspronkelijke; in AN in deze ruime bet. veroud. (WNT 1916).

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dobbelen

v., dobbelje.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Dobbelen

→ Kansspel.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dobbelen

(‘dobbələn) (dobbelde, heeft gedobbeld) [~ dubbel met twee dobbelsteen, teerlingen spelen] een kansspel spelen door het werpen met twee teerlingen : zij zaten onder een boom te ; ongelukkig -, tegenspoed hebben. Syn. spelen.