devil
I. duivel; loopjongen [bij drukkers], assistent [van schrijver of advocaat], duivelstoejager; wolf; sterk gekruide (vlees)spijs; P fut; the devil!, duivels!; (the) devil a bit, geen zier; the (a) devil of a..., een geweldig(e)...; between the devil and the deep sea, tussen twee vuren; like the devil, als de drommel (weerga); it’s the devil&rs...