Criticus
(Lat.), m. (...ci), beoordelaar, iemand die, inz. in tijdschriften, dagbladen enz. over de waarde, de goede en slechte hoedanigheden van werken van wetenschap of kunst schrijft; vgl. toneel-, kunstcriticus; in het dagelijks leven ook: iemand die iets of iemand streng, vooral ongunstig of kleingeestig beoordeelt, vitter, muggenzifter.