Wat is de betekenis van Bruinwerker?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bruinwerker

1) (1939) (oorspr. sold.) (scheldw.) uitslover; gatlikker; onderkruiper. • Bruinwerker, ’n bruine arm halen: uitslover, zich uitsloven om in een goed blaadje te komen. (Paul Guermonprez: Praatjes en plaatjes van de soldaatjes. 1939) • Nu heeft Tommie alles wat een soldaat hoort te hebben: uniform, krib, klamboe, soldat...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bruinwerker

bruinwerker - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) een flikker. Woordherkomst samenstelling van bruin en werker

2025-07-28
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Bruinwerker

Bruinwerker - iemand die door slijmen bij een meerdere in een goed blaadje probeert te komen. Ook een slangterm voor homoseksueel. ... wat voor pokkebaanje hier ook hebt,je wordt automatisch sergeant en als je een goede bruinwerker bent, sergeant-majoor. - Ben Laurens, De vreetpatrouille (1987)

2025-07-28
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

bruinwerker

Homoseksueel. Er bestaan talrijke Bargoense varianten zoals: bruinjoeker; bruinjonker; bruinganger. Het woord kan echter ook op een vleier of gatlikker slaan, vooral in soldatenkringen. Beide betekenissen werden reeds gesignaleerd door Endt (1974), terwijl Salleveldt (1978) enkel de tweede betekenis vermeldt (onder het lemma bruinwerken: ‘bij een s...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)