Wat is de betekenis van adapter?

2025-07-22
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

adapter

(zelfstandig naamwoord) [alg.] omvormer, omzetter; laadstekker, oplader; verloopstekker, koppelstukje - De oplader heeft het verkeerde koppelstukje voor mijn apparaat.

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

adapter

adapter - Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek) een apparaat om elektrische wisselspanning om te vormen naar gelijkspanning van een meestal lager voltage 2. (elektrotechniek) een universele plug die op verschillende types stopcontact past 3. (techniek) aanpassing tussen twee afwijkende aansluitingen Woordherkomst uit het...

2025-07-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

adapter

adapter - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-dap-ter 1. hulpstekker voor het overzetten van de ene soort schakeling naar de andere ♢ mijn telefoon is via een snoer met adapter gekoppeld aan het elektriciteitsnet Zelfstandig naamwoord: a-dap...

2025-07-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Adapter

(adaptor) laadapparaat; verloopstuk met een stekker

2025-07-22
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Adapter

Aanpassingseenheid (1) Een voorziening van de apparatuur voor het verbinden van randapparatuur. (2) Een eenheid in een netwerk, die parallel toegevoerde bits in serie zet en omgekeerd.

2025-07-22
Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

ADAPTER

(Eng.; Fr.: adaptateur; Du.: Adapter, Verbindungsstück) of aanpasstuk, verbindingsstuk, in het algemeen een hulpmiddel om twee apparaten of onderdelen die eigenlijk niet aan elkaar passen, toch aan elkaar te kunnen bevestigen, bijv. een adapter voor stekkers en stopcontacten met platte en ronde pennen, een kleinbeeldada...

2025-07-22
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Adapter

I. adapter, (à) 1. aanbrengen, bevestigen; 2. aanpassen (aan), doen overeenkomen (met), regelen (naar); adapter, (de), (vrij) bewerken (naar); II. s’adapter, (à), passen (bij, in, op); zich schikken (naar).

2025-07-22
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Adapter

bewerker (v. roman ].

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

adapter

adapter - adap'ter [Eng.], m./v. (-s), koppelstuk of -apparaat. In de computertechniek heeft elk type periferieapparaat een speciale adapter voor de aansluiting van het apparaat op de standaardverbinding met de computer. Deze past de signalen van de standaardverbinding aan de eisen van het desbetreffende peadaptieve radiatie bij vogelsnavels (uit:...