Wat is de betekenis van abundant?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

abundant

abundant - Bijvoeglijk naamwoord 1. abondant, overvloedig Woordherkomst afgeleid van het Franse 'abondant' of oud-Franse 'abundant' (overvloedig) Verwante begrippen rijk, rijkelijk, uitbundig, weelderig, welig

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Abundant

ook abondant [Lat. abundare, van ab = weg, en undare = golven, overstromen] overvloeiend, overvloedig, rijkelijk.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Abundant

overvloedig.

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Abundant

overvloedig; rijk (aan in).

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

abundant

overvloedig, rijkelijk.

2025-07-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

abundant

overvloedig, rijkelijk.

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

abundant

abundant - bn. zie abondant

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)