Gezin waar in een autoritair opvoedingspatroon gehanteerd wordt. Gehoor zaamheid aan en respect voor de ouders worden als belangrijke waarden bijgebracht.
De kinderen leren zich te houden aan de regels die door de ouders worden opgesteld. Discussie over wederzijdse rechten en plichten wordt niet echt op prijs gesteld, kinderen hebben weinig tot geen zeggenschap.
Traditioneel is de vader het hoofd van het gezin. In de afgelopen decennia zijn autochtone Nederlandse gezinnen sterk ontwikkeld van bevelshuishouding naar onderhandelingshuishouding onder invloed van toenemende individualisering, emancipatie en liberalisering. In veel allochtone gezinnen heerst meestal nog de bevelshuishouding, maar ook daar is de ontwikkeling naar een onderhandelingshuishouding gaande. Beide termen zijn van socioloog A. de Swaan.