Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Zenuwstelsel

betekenis & definitie

(o.), het geheel van organen en onderdelen ervan, die motorische en sensibele stimuli geleiden en verwerken;

animale ~, syn. animalium; het motorische, sensorische en sensibele zenuwstelsel, namelijk het gedeelte van het zenuwstelsel dat de willekeurige spieren verzorgt;

autonome ~, syn. vegetatief zenuwstelsel; het gedeelte van het zenuwstelsel dat de onwillekeurig functionerende organen verzorgt, o.a. die van de bloedsomloop en de ademhaling, alsmede de endocriene klieren; er zijn intensieve verbindingen met het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel,

centrale ~, afk. CZS, bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg, vanwaar de zenuwen uitgaan;

parasympatisch ~, onderdeel van het autonome zenuwstelsel, dat o.a. zorgt voor verwijding of ontspanning van de bloedvaten en het lichaam in een rusttoestand brengt;

perifere ~, deel van het zenuwstelsel dat die zenuwen omvat, die het centrale zenuwstelsel met alle andere lichaamsdelen verbinden;

sympatisch ~, syn. orthosympatisch zenuwstelsel; onderdeel van het autonome Zenuwstelsel dat o.a. zorgt voor vernauwing of samentrekking van de bloedvaten en het lichaam in ‘stresstoestand’ brengt