Van 1927-53 leider van de Sovjetunie. De naam Stalin (man van staal) was een pseudoniem van Josif Vissarionovitsj Dzjoegasjvili.
De schoenmakerszoon Stalin was afkomstig uit Georgië. Hij studeerde voor priester, maar vervreemdde gaandeweg van het geloof. Uiteindelijk werd hij wegens opruiend gedrag en slechte studieresultaten van het seminarie verwijderd. Sindsdien was hij actief als beroepsrevolutionair.
Binnen de Russische Sociaal Democratische Arbeiders Partij maakte Stalin zich zeer verdienstelijk als organisator. Zes keer werd hij door de autoriteiten naar Siberië verbannen. Stalin werkte ondergronds in Trans-Kaukasië. In 1913 werd hij door Lenin en Zinovjev in het Centraal Comité van de bolsjevieken gehaald. Na de februarirevolutie van 1917 keerde hij uit zijn verbanningsoord naar Petrograd terug; hij werd redacteur van de Pravda, de krant van de bolsjevieken. Tijdens de Russische burgeroorlog viel hij op door zijn besliste optreden. Vanaf 1922 bouwde Stalin als secretaris generaal van de Communistische Partij een kader op dat hem zeer toegewijd was. Die sterke positie in de partij kwam hem goed van pas bij de strijd om de opvolging van Lenin. Hij profileerde zich door zijn `socialisme in één land', in tegenstelling tot de gedachte van `permanente revolutie' van zijn grote rivaal Lev Trotski. Eind 1927 had Stalin de macht in de Sovjetunie vast in handen.
In de jaren dertig voerde Stalin een versnelde industrialisatie door om de achterstand van de Sovjetunie op het Westen in te halen. De geforceerde collectivisatie van de landbouw was onder meer nodig om investeringen in de industrie te financieren. Tegenstand of mogelijke tegenstand binnen en buiten de Communistische Partij werd door middel van zuiveringen hard de kop ingedrukt. Onder de regering van Stalin werd de Goelag Archipel uitgebouwd tot een stelsel van duizenden kampen waar miljoenen burgers onder vaak afgrijselijk slechte omstandigheden werden opgesloten.
In mei 1941, kort voor de Duitse aanval (Operatie-Barbarossa), benoemde Stalin zichzelf tot premier, Volkscommissaris van Defensie en opperbevelhebber. Hij leidde daarom de strijd tegen de Duitsers, aanvankelijk met weinig succes; vanaf begin 1943 met gunstig gevolg. Op topconferenties met de Amerikaanse president F.D. Roosevelt en de Britse premier Winston Churchill wist hij de internationale positie van de Sovjetunie te versterken.
Na de oorlog ging de binnenlandse onderdrukking onverminderd door. De persoonsverheerlijking van de dictator nam groteske vormen aan. Kritiekloze bewondering werd regel. In zijn buitenlandse politiek hechtte hij zeer aan de opbouw van een Oostblok dat de Sovjetunie bescherming tegen een mogelijke westerse aanval bood. Zijn agressieve optreden in Midden- en Oost-Europa was een belangrijke oorzaak van de Koude Oorlog.