Chinees politicus; president van 1959-68.
Liu Shaoqi kwam uit een rijke boerenfamilie in de provincie Hunan; hij bezocht dezelfde school als Mao Zedong. Na korte tijd in Moskou te zijn geweest, trad hij in 1922 tot de Chinese Communistische Partij toe. Hij werkte in de mijnen en organiseerde de vakbond in Shanghai en in Kanton. Vanaf 1927 stootte hij door naar de top van de CCP. Liu werd lid van het Centraal Comité van de partij en een van de belangrijkste ideologen. Tijdens de burgeroorlog tegen de nationalisten organiseerde hij guerrillagroepen in het noorden van China. Liu was in 1945 na Mao Zedong de hoogste partijfunctionaris. Na de stichting van de Volksrepubliek China in 1949 werd hij vice-premier. In 1959 volgde hij Mao op als president. Hij zorgde ervoor dat de economie zich herstelde van de chaos die de Grote Sprong Voorwaarts had veroorzaakt.
Omdat hij het op een aantal punten oneens was met Mao, werd hij tijdens de Culturele Revolutie door de Rode Gardisten gekritiseerd als `een afvallige, een verrader en een onderkruiper'. In 1968 werd Liu ten val gebracht. In 1969 belandde hij in de gevangenis, waar hij overleed. In 1974 werd zijn dood officieel bekendgemaakt. Zes jaar later werd hij postuum gerehabiliteerd. Er volgde toen een herwaardering van zijn politieke en organisatorische ideeën.