Gepubliceerd op 13-06-2017

Labour Party

betekenis & definitie

Sociaal-democratische partij in Engeland.

De partij werd in 1893 opgericht onder de naam Independent Labour Party. In 1900 ging deze partij samen met vakverenigingen en socialistische groeperingen als de Fabian Society op in het Labour Representation Committee, een organisatie die arbeidersafgevaardigden naar het Lagerhuis zond. In 1906 kreeg deze organisatie de naam Labour Party; voor het eerst werden zetels (29) in het Lagerhuis behaald. De belangrijkste doelen van de partij waren de invoering van een minimumloon, democratische controle van de industrie en hervorming van de staatsfinanciën. In 1920 telde de Labour Party al vier miljoen leden.

De politieke betekenis van de partij groeide vooral na 1918 sterk; in 1924 werd onder Ramsay MacDonald het eerste Labourkabinet gevormd, dat overigens in hetzelfde jaar al viel. Na 1924 regeerde de Labour Party van 1929-35 (MacDonald), 1945-51 (Attlee), 1964-70 (Wilson) en 1974-79 (Wilson en vanaf 1976 Callaghan).

In de loop van de jaren zeventig namen de spanningen tussen de linker- en rechtervleugel in de partij toe. In 1981 splitste een groep behoudende leden zich af onder de naam Social Democratic Party (SDP). De SDP bleef een splinterpartij. Het benadrukken van desnoods eenzijdige ontwapening, ook op kernwapengebied, maakte de partij minder populair onder de kiezers. Aan het eind van de jaren tachtig werd de koers van de partij minder radicaal, waardoor de aanhang groeide. Hoewel de Labour Party in opiniepeilingen goed uit de bus kwam, vielen de resultaten bij landelijke verkiezingen tegen. De verkiezingen van 9 april 1992 leverden weliswaar een flinke winst op (van 229 naar 271 zetels), maar desondanks konden de Conservatieven opnieuw een regering vormen.