Gepubliceerd op 13-06-2017

Doema

betekenis & definitie

De naam van de Russische volksvertegenwoordiging uit de periode 1906 17 en vanaf december 1993.

Tsaar Nicolaas II ging onder druk van de revolutie van 1905 met de instelling van een doema akkoord. De vier doema's die tot de februarirevolutie hebben gefunctioneerd, bezaten geen wezenlijk macht. De eerste twee doema's (1906 en 1907) werden ontbonden omdat ze constitutionele hervormingen eisten. De derde doema was volgzamer en maakte de zittingstermijn van vijf jaar vol (1907 12). De vierde doema was kritisch over de zwakke Russische bevelvoering in de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de februarirevolutie van 1917 vormde deze doema een Voorlopige Regering.

De naam doema werd in 1993 in Rusland opnieuw geïntroduceerd. Op 21 september 1993 vaardigde de Russische president Boris Jeltsin het decreet Over geleidelijke hervormingen in de Russische Federatie uit, waarin alle functies van het Congres van Volksafgevaardigden en van de Opperste Sovjet werden opgeschort. Op 3 en 4 oktober organiseerde een aantal leden van het geschorste parlement een opstand tegen de president. In Moskou werd zwaar gevochten om het parlementsgebouw (het Witte Huis). Troepen die trouw waren aan president Jeltsin herstelden de orde.

Op 11 en 12 december 1993 werden verkiezingen gehouden voor een nieuwe grondwet en voor een nieuw parlement (Federale Assemblée), dat twee kamers zou tellen: een Federatieraad (178 zetels) en een Staatsdoema (450 zetels). De Federatieraad is te vergelijken met de Nederlandse Eerste Kamer; elk van de 89 Russische regio's en republieken wordt door twee afgevaardigden vertegenwoordigd. De Staatsdoema functioneert als een Tweede Kamer; de helft van de afgevaardigden wordt volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging gekozen en de andere helft via een districtenstelsel.

De bevoegdheden van het nieuwe Russische parlement zijn beperkt, zo mag het parlement zich niet over presidentiële decreten uitspreken, terwijl de regering alleen naar huis kan worden gestuurd met instemming van de president. Bij de verkiezingen voor de Staatsdoema behaalde de ultra-nationalistische Liberaal-Democratische Partij van Rusland (LDPR) 22,8 procent van de stemmen en werd daarmee de grootste partij. De Communistische Partij kwam tot 12,4 procent. Bij de parlementsverkiezingen van 17 december 1995 werden de communisten met ruim twintig procent van de stemmen de grootste partij. De ultra-nationalisten zakten terug naar ongeveer tien procent van de stemmen. De hervormingsgezinde partijen bleven onder de tien procent.

De verhouding tussen de Federale Assemblée en president Jeltsin was zó slecht, dat er nauwelijks sprake was van een constructief functioneren van het parlement.