De 30e president van de Verenigde Staten (1923 29).
Coolidge werd geboren in Plymouth in de staat Vermont. Hij studeerde rechten aan het Amherst College in de staat Massachusetts. In 1895 begon hij een juridische carrière op te bouwen. Twee jaar later startte hij een eigen advocatenpraktijk. Tegelijk werd hij actief in de politiek. In 1909 en 1910 was Coolidge burgemeester van Northampton; in 1911 werd hij in de Senaat van Massachusetts gekozen. Als Republikeins gouverneur van de staat Massachusetts (sinds 1918) kreeg Coolidge in 1919 nationale bekendheid door zijn krachtig optreden tegen stakende politiemannen in Boston. Hij negeerde het recht van stakers om na ontslag hun vorige baan terug te krijgen. Hij stelde kort en krachtig: `Voor niemand, nergens en nooit bestaat er een recht om tegen de publieke veiligheid te staken'. Het leverde hem in 1921 het vice presidentschap op onder president Harding. Coolidge volgde in 1923 de overleden president op; een jaar later won hij de presidentsverkiezingen. Zijn verkiezingsprogramma bevatte onder meer de volgende punten: hoge invoerrechten, bezuinigingen, niet toetreden tot de Volkenbond, maar wel samenwerken met de grote Europese mogendheden. Hij stelde zich in 1928 niet voor een nieuwe ambtstermijn beschikbaar.
Coolidge was een overtuigd aanhanger van de laissez fairegedachte, die inhield dat de overheid de economie zoveel mogelijk vrijheid moest geven.