Gepubliceerd op 13-06-2017

Anti-partijgroep

betekenis & definitie

De naam die Nikita Chroesjtsjov aan een groep politici gaf die er in juni 1957 van werd beschuldigd activiteiten tegen de Communistische Partij te hebben ondernomen.

In de groep bevonden zich vooraanstaande politici als Vjatsjeslav Molotov, Georgij Malenkov en Nikolaj Boelganin. In feite verzetten zij zich tegen het hoge tempo van de destalinisatie, dat nadelige gevolgen voor hen zou kunnen hebben; zij wilden Chroesjtsjov als secretaris-generaal afzetten. De groep deed hiertoe een poging in een vergadering van het Centraal Comité, dat op 22 juni 1957 bijeenkwam. Het Centraal Comité en het leger gaven hun steun echter aan Chroesjtsjov; de leden van de anti-partijgroep werden uit hun functies gezet.

Een gevolg van de destalinisatie was dat de gevallen leiders niet zoals onder Stalin geliquideerd werden, maar onbelangrijke functies kregen. Chroesjtsjov probeerde de anti-partijgroep wel uit de partij te verwijderen. Op het tweeëntwintigste partijcongres in 1961 vertelde hij welke rol de leden van de groep in de zuiveringen van de jaren dertig hadden gespeeld. Het congres stuurde hen vervolgens met pensioen.