Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Wormer- en Jisperveld

betekenis & definitie

Het deel van de uitgestrekte waterrijke veenpolder tussen de Zaan, Beemster en Wijde Wormer, dat bij de lintdorpen Wormer en Jisp is gelegen. Kenmerkend voor venig polderland zijn complexen vanuit (voormalige) lintdorpen aangelegde, overdwars gesegmenteerde strookvormige kavels, waarvan de afzonderlijke percelen veelal door (min of meer verbrede) sloten van elkaar gescheiden worden. Ook het Wormer- en Jisperveld vertoont een dergelijke cultuurlijke gesteldheid. Daarbij behoort een belangrijk deel van de kavelcomplexen duidelijk bij de lintdorpen Wormer en Jisp. Met name in het westen en noorden van het gebied zijn enkele kavelcomplexen met een sterk afwijkende oriëntatie echter niet aan een bepaald lintdorp te relateren. Een dergelijke situatie wijst er op dat enkele lintdorpen verdwenen.

Op veel plaatsen zouden de sloten door het eruit baggeren van veen geleidelijk breder worden. Het sterkst verbreed werden een aantal dwarsweteringen. Duidelijke voorbeelden van zulke sterk verbrede dwarsweteringen zijn de oostwaarts convergerende Noordelijke Ganssloot, 't Zweten de Zuidelijke Ganssloot.
Behalve door het wegbaggeren van veen ging er ook veel land verloren bij oeverafslag. Aldus ontstonden in het vrijwel onbewoonde noorden van het gebied het Schaalsmeer en de
Marke, ten zuiden waarvan de Zwet bij de Zaan tot de Poel werd verbreed. Het Schaalsmeer is later weer drooggelegd.
Zowel door het vrijwel ontbreken van wegen als de waterrijkdom kunnen veel boeren hun land slechts met schuiten bereiken. Vanwege deze omstandigheid is een voortzetting van de agrarische bedrijfsvoering er tegenwoordig niet aantrekkelijk meer. Er bestaat echter de mogelijkheid het moeilijk bereikbare land aan Natuurmonumenten te verkopen. Veel percelen kwamen dan ook al in handen van deze vereniging.
Botanisch blijkt het gebied vooral interessant als een brak venig milieu, dat diverse verlandingsstadia vertoont. Verder is het Wormer- en Jisperveld ornithologisch van veel betekenis, niet in de laatste plaats als weidevogelgebied.
Aan de zuidkant van De Poel werd een bezoekerscentrum gebouwd.
Van de beide lintdorpen raakte Wormer aan de westkant inmiddels sterk verstedelijkt. De uitbreiding van de bebouwing vond er plaats in een gebied waar de sloten over het algemeen (vrij) smal bleven.