Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Stork

betekenis & definitie

Stork, Charles Theodoor, Nederlands industrieel, *9.2.1822 Oldenzaal, +19.7.1895 Oldenzaal. Stork richtte in 1836 in Oldenzaal een katoenweverij op.

In 1854 volgde (met zijn jongere broer J.E. Stork en H.J. Ekker) de oprichting van de eerste Nederlandse stoomweverij voor bonte katoen te Hengelo en in 1862 (met H.P. Gelderman en Eeckhout) een stoomkatoenspinnerij in Oldenzaal. Na de dood van zijn broer Coenraad in 1863, nam hij diens ijzer- en metaalgieterij en draaierij in Borne over. Hij verplaatste het bedrijf in 1868 naar Hengelo en maakte het tot een van de grootste machinefabrieken in Nederland. Met de Delftse industrieel J.C. van Marken behoorde Charles Stork tot de eerste Nederlandse fabrikanten die in hun bedrijf de belangen van de arbeiders behartigden (fabrieksscholen, ziekenfonds, pensioenfonds, verzekeringen, spaarkassen), terwijl hij tevens een vorm van winstdeling voor het personeel invoerde. Hij was lid van de Eerste Kamer en verdedigde vooral het vrijhandelssysteem en de afschaffing van de differentiële rechten in Nederlands-Indië. Dergelijke rechten maakten onderscheid naar herkomst van de goederen, wat tot onbillijkheden kon leiden.