Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Eerste Kamer

betekenis & definitie

Eerste Kamer, een van de Kamers van de Nederlandse Staten-Generaal. De grondwet van 1814 ging uit van één Kamer.

In de gewijzigde grondwet van 1815 werden twee Kamers opgenomen. De Belgen hadden op een Eerste Kamer aangedrongen als een bolwerk van de Kroon tegenover de Tweede Kamer en als Kamer van revisie ten opzichte van de wetgeving die door de Tweede Kamer was aangenomen. De leden werden door de Koning voor het leven benoemd. Sinds de grondwetswijziging van 1848 werd de Eerste Kamer gekozen door de Provinciale Staten. Het aantal leden was toen 39; bij de grondwetswijziging van 1887 werd dit aantal verhoogd tot 50 en sinds de grondwetswijziging van 1956 bestaat de Eerste Kamer uit 75 leden. De Eerste Kamer mist het recht van amendement en het recht van initiatief; zij bezit wel de rechten van interpellatie en van enquête. De belangrijkste functie is het beoordelen van wetsvoorstellen die door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Af en toe worden wetsvoorstellen verworpen, meestal tot woede van de Tweede Kamer. Reeds → Thorbecke noemde de Eerste Kamer `zonder grond en zonder doel' en sindsdien wordt, tot op heden zonder succes, regelmatig voor afschaffing van de Eerste Kamer gepleit.