Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Gepubliceerd op 02-05-2019

Manwijf

betekenis & definitie

Manwijf - onvriendelijke benaming voor lesbienne. In de eerste medisch-wetenschappelijke geschriften die rond 1860 verschenen, constateerden de wetenschappers dat in lesbische vrouwen een ‘mannenziel’ huisde, vandaar de betiteling manwijf.

Nooit zal ik de vrouw vergeten, met vrij harde gelaatstrekken, pezig en gespierd, met smalle heupen, mannelijk tred, met een hoed op, lorgnet, herenoverjas aan en mannenlaarzen. (Von Krafft-Ebing, 1912). Nu nog wordt manwijf als scheldwoord gebruikt voor potse dames. Ze kon hard uit de hoek komen, maar ze was nooit grof, hoewel ze nou ook niet de hele dag met een kersenbonbonnetje in haar mond liep. Ik zou haar bijvoorbeeld geen manwijf willen noemen, of een kerel, want daar was ze veel te fijngevoelig en te veel vrouw voor. (Albert Mol over Bet van Beeren in Bosch, 1977).