Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Unguĭcŭlus

betekenis & definitie

i, m. nagel (aan vinger of teen); spreekw., usque ab unguiculo ad capillum summum (van top tot teen) est festivissima, Pl., ex unguiculis (van de toppen af, d. i. door en door) perpruriscere, Pl., mihi a teneris, ut Graeci dicunt, unguiculis cognitus est, van kindsbeen af (of volgens anderen = door en door), Cic.

< >